Door Bart Vanoutrive
Met ‘Juicy Little Bramble’ treedt Melike Tarhan nieuwe muzikale einders tegemoet, zonder haar navelstreng evenwel volledig door te knippen. Wel kiest ze er resoluut voor om voor het eerst enkel Engelstalige nummers te brengen, in tegenstelling tot haar eerdere projecten, zoals Macar en Tri A Tolia, waar ze koos voor het Turks als zangtaal. Natuurlijk is er ook hier nog steeds die kruisbestuiving tussen Oost en West, geïnspireerd door haar eigen muzikale ontdekkingen en persoonlijke inzichten, gekoppeld aan de substantiële artistieke inbreng van haar muzikanten, hier gitarist Bruno De Groote, Matthias Debusschere op bas en Frederik Van den Berghe op drums. Zij staan borg voor stevige poparrangementen (‘Halfway’) die de huidige keuze voor het singer-songwriterschap bij Tarhan mee gestalte geven. Laat het ons evenwel bij, soms vrij niet-conventionele ethno-pop houden, met substantiële inbreng van enkele gerenommeerde gastmuzikanten. Didier Likeng legt met zijn backing vocals een afro-accentje op heel wat nummers, terwijl Vardan Hovanissian (duduk als melancholisch accent in ‘Lonely King’ bijvoorbeeld), Mehmet Polat (oud) en Mahabub Khan (tabla), ondermeer in het donkere ‘Fools’) een oriëntaalse kruiding blijven garanderen. De droog aangeslagen tabla versterkt ondermeer de ijzige elektrische gitaarhalen in het ietwat sinistere ‘Fools’. Ook het gedoseerd gebruik van stemvervorming wordt hier niet geschuwd tijdens haar avontuurlijk parcours doorheen haar eigen ballades. Deze vertolken zeker niet alleen kommer en kwel, getuige het frisse, explosieve ‘The tide’, waar Khan in de uitloop een heerlijke tweede stem aanbrengt. Alles bij elkaar worden er heel wat stijlen afgetast, waarbij ‘Iceberg’ uitgesproken jazzinvloeden absorbeert. Nummers als de titelsong kunnen zeker ook een breder (radio)publiek bekoren, terwijl mijn favoriet uitgaat naar de afsluiter ‘Black Wings’ dat een uitgebalanceerde synthese vormt van alle ingrediënten.